"Op een rare manier heb ik het gevoel dat die euthanasiewet dus ook levens redt". Marc Coenen.

 

32 jaar later is ze nog altijd niet terug.

Marc Coenen. 5 juin 2017.

Euthanasie kan sinds 28 mei 2002. Roert de trom. Blaast de bazuin.

Op zondag 5 juni 1988, 14 jaar daarvoor, vertrok mijn zus met haar fiets, op een tocht waarvan ze nooit meer zou terug komen.

“Ik ga lang fietsen”, zei ze tegen mijn moeder.

29 jaar later is ze nog altijd niet terug.

De langste fietstocht aller tijden staat op naam van een jonge vrouw van amper 22 die de weg helemaal kwijt was en maar één uitweg zag. Terwijl er veel meer zijn.

Niemand die het haar had gezegd. Niemand die haar die weg had getoond.

Om maar eens een steen in de kikkerpoel te gooien: ik denk dat ze nog geleefd zou hebben als euthanasie toen al kon.

Niet het leven is heilig maar de kwaliteit ervan: als die ontbreekt, mag de trekker overgehaald en het gif verdeeld.

Bij ondraaglijk en uitzichtloos fysiek of psychisch lijden kan men voor eeuwig in Morpheus’ armen gaan liggen, na een glaasje champagne en knuffels van iedereen die aanspraak wil maken op de erfenis. Mopje, liedje, infuus.

Overzichtelijk, maar confronterend.

Dat gebeurt wel pas na een uitputtende procedure, al kon je uit de getuigenissen bij Hautekiet vorige woensdag op Radio 1 wel opmaken dat er sommigen met hun klak naar smijten. Wat een schande is, maar niets afdoet aan de goede intentie van de wet.

Zelfmoord is veel confronterender.

Zelfmoord is, in de definitie van Jeroen Brouwers in De Laatste Deur, “het met voorbedachten rade en in beginsel volledig bij zinnen door eigen toedoen en uit eigen vrije wil verrichten of nalaten van een handeling met het oogmerk daarmee zijn leven te beëindigen. “

Volledig bij zinnen: dat was zij niet. Dat het enige licht aan het einde van haar tunnel de koplamp van een aanstormende trein was: onzin.

Zij was: depressief was zij. In grote psychische nood.

Niet in staat om daar over te praten in een omgeving die niet wist hoe daar mee om te gaan. Ondraaglijk lijden: zeker.

Maar uitzichtloos? Om de dooie dood niet.

Zelfmoordenaars geraken, alweer in de woorden van Brouwers, in een situatie waar geen geloof, hoop, troost, verwachting, licht en warmte meer aanwezig zijn.

”Ik begrijp hen ten volle, maar ik zou om geen van die redenen zelfmoord begaan. Niet bij mijn gezond van lijf en psyche in ieder geval.”

Haar doodsverlangen was niet bespreekbaar.

Net dat doet de euthanasiewet: een stem geven aan en luisteren naar zij die lijden aan het leven.

Spreken over de laatste dag: ik denk dat dat voor sommige mensen al genoeg is.

De toelating krijgen om op comfortabele wijze tot stof en as weder te keren op een zelfgekozen moment geeft rust.

Ook dat was te horen in het programma van Jan Hautekiet.

De druk is van de ketel.

Het mag.

Maar het moet niet.

Nog niet.

Ik denk, even de huis-, tuin- en keukenpsychiater in mij loslatend, dat de schaamte en onmacht over het eigen (psychische) falen vele mensen onnodig tot de miserabele daad leidt.

Ik denk dat zo’n grondige en zorgvuldige procedure mensen een stem geeft, en het respect dat ze verdienen.

En dat het hen soms ook een oplossing aanreikt die niet leidt naar een urne op de schouw.

Op een rare manier heb ik het gevoel dat die euthanasiewet dus ook levens redt.

Dat mijn zus na vele gesprekken over haar verlangen om er niet meer te zijn zou terugkomen uit de schemertoestand die haar tot haar dood heeft geleid en zou zeggen: mannen, het was maar om te lachen.

Waarna zij een glaasje porto zou drinken met mijn moeder.

Dat deden zij namelijk graag.